9. Financiën

9. Financiën

9.1 Evenwichtige financiële positie

Realisatie

Budget

9.1.1 Sluitende meerjarenbegroting

Toelichting realisatie

De kadernota 2020 laat zien dat we in het laatste jaar een klein positief saldo hebben. Daarmee sluit de meerjarenbegroting. De jaren daarvoor niet. De afgelopen maanden is een bezuinigingsoperatie gestart met de opdracht om voor de begroting een positiever meerjarensaldo te bereiken.
Dit is ook nodig omdat voor het lopend jaar een groot tekort wordt verwacht.

Toelichting budget

Materieel Technisch Wijkbeheer € 26.400 voordeel (incidenteel)
De vervanging van een aantal aanhangers en containers voor Technisch Wijkbeheer is uitgesteld met een jaar. Uiteindelijk wordt er in 2019 alleen 1 (van de 8) container vervangen. De rest van de vervangingen zijn doorgeschoven naar 2020 (en zijn daar al in de kadernota opgenomen).

Personeelsbudgetten € 1.000.000 nadeel (incidenteel)
Incidentele personeelskosten
Dit jaar zijn de incidentele personeelskosten hoger uitgevallen dan in voorgaande jaren. Wij constateren een toenemende druk op het personeel door onder meer een extra klantvraag, toegenomen ambities, aantrekkende economie en een krappere arbeidsmarkt. Dit geldt in het bijzonder voor het sociaal domein.

De extra bestedingen worden veroorzaakt doordat meer incidentele personeelsinzet noodzakelijk was voor onder meer:
•   Ziektevervanging (10% binnen sociaal domein)
•   Piekbelasting / toenemende klantvraag
•   Toevoeging kwalitatieve impuls / specifieke expertise
•   Interimmanagement ter vervanging vertrokken managers
Inhuur is duurder dan personeel met een aanstelling bij de gemeente. Het lukt echter niet om in alle gevallen gekwalificeerd personeel te vinden voor een vaste formatieplaats. In andere gevallen is een vaste aanstelling juist zeer wenselijk, maar vindt inhuur plaats vanwege gebrek aan structureel budget. Waar mogelijk werken wij nu wel zoveel mogelijk met tijdelijke aanstellingen in plaats van inhuur of payroll.

De teams hebben een groot deel van de formatieruimte die zij nog hadden benut om aan deze toenemende druk tegemoet te komen. Daarom is de verwachting dat de extra incidentele personeelskosten dit jaar niet meer volledig kunnen worden ingelopen en dat dit een incidenteel tekort oplevert van € 1.000.000.

Functiewaardering
Zoals in de jaarrekening 2018 al was vermeld, heeft de overstap naar het nieuwe functiewaarderingssysteem HR21 geleid tot vragen over de passendheid van de beschrijvingen en/of functieschalen bij de taken die divers medewerkers uitvoeren. Begin 2019 is daarom gestart met toetsing hiervan in een zogenaamde onderhoudsronde functiewaardering. Toetsing vindt plaats door een externe deskundige, aangevuld door een externe inpassingscommissie. Een eerste verschuiving van de inpassing heeft al plaatsgevonden, de definitieve resultaten van de totale inpassing zijn pas dit najaar bekend. Daarbij hebben wij meteen ook gekeken naar de vraag of wij functies nog marktconform aanbieden. Dit zeker nu in een krappere arbeidsmarkt al bij verschillende vacatures is gebleken dat het lastiger wordt goed gekwalificeerd personeel aan te trekken. HR21 is een landelijk systeem waarmee wij een vergelijking hebben kunnen maken met een grote groep andere gemeenten. In de kadernota 2020 hebben wij deels al rekening kunnen houden met extra kosten als gevolg van deze functiewaardering, voorzover dit nu al valt te voorzien. Het definitieve resultaat van de onderhoudsronde functiewaardering is in het vierde kwartaal 2019 bekend.

Nieuwe cao gemeente - € 200.000 nadeel (structureel)
Op 28 juni 2019 heeft de VNG met de vakbonden een principeakkoord bereikt over een nieuwe cao. Onze verwachting is dat er een positief besluit hierop zal worden genomen. Vooruitlopend hierop hebben we dit al verwerkt in deze rapportage.

Bezuiniging informatievoorziening € 23.870 voordeel (structureel)
Bij de bezuinigingsronde is aangegeven dat er een bedrag van € 23.870 jaarlijks gereserveerd wordt voor calamiteiten met betrekking tot informatievoorziening. We nemen dit bedrag op in de risicoparagraaf en zal meegenomen worden in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit, immers zal dit risico zich jaarlijks voordoen.

9.1.2 Reserves en voorzieningen

9.1.3 Schuldratio

Toelichting realisatie

In de 1e tussentijdse rapportage 2019 melden wij al dat we nog geen nieuwe leningen hadden afgesloten. Vooral door grondverkopen is onze liquiditeitspositie goed. We verwachten dit jaar dan ook geen lening of leningen meer te hoeven afsluiten.

Toelichting budget

Geen nieuwe lening € 65.000 voordeel (structureel)
In de Begroting 2019 hadden wij rekening gehouden met het aantrekken van een nieuwe lening van € 10 miljoen.  Voor deze lening was een rentelast van € 65.000 opgenomen. Op basis van de inzichten die we nu hebben, is dit dus niet nodig. Dit voordeel werkt ook door in de Meerjarenbegroting 2020-2023.

9.2 Lokale heffingen

Realisatie

Budget

9.2.1 Heffingen, rechten en leges

Toelichting budget

Licentiekosten belastingsoftware € 67.000 nadeel (incidenteel)
In de jaarrekening 2018 hebben wij gemeld, dat in samenwerking met gemeente Overbetuwe in 2018 opdracht is gegeven om per 1 januari 2020 te komen tot één belastingplatform voor Overbetuwe en Lingewaard. Tot die tijd moet de bestaande belastingsoftware in de lucht worden gehouden. Wij gaven daarbij aan, dat ook in 2019 nog rekening moet worden gehouden met extra licentiekosten.
We verwachten dat dit nagenoeg gelijk is aan de in de jaarrekening 2018 gemelde overschrijding ad. € 67.000. Vanaf 2020 werken Overbetuwe en Lingewaard op één gezamenlijk (software)platform. Dit zal hoe dan ook tot voordelen leiden. Hoe groot deze voordelen zijn is nu nog wat lastig aan te geven, omdat we vanaf 2020 de kosten ook gaan verdelen op basis van aantal aanslagregels in plaats van het aantal ingebrachte fte’s. In de 1e turap 2020 en kadernota 2021 hopen we hiervoor een indicatie te kunnen geven.

9.2.2 Woonlasten

Toelichting realisatie

Op basis van de Atlas van de lokale lasten van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) hebben we de gemeentelijke woonlasten in Lingewaard vergeleken met de gemiddelde gemeentelijke woonlasten in Nederland. We hebben daarbij onderscheid gemaakt tussen éénpersoons en meerpersoons huishoudens. We hebben verder de cijfers voor de periode 2016-2019 in beeld gebracht. De peildatum voor deze vergelijkende cijfers is 1 juni 2019. De cijfers kunnen daardoor afwijken van eerder in p&c-rapportages gepresenteerde cijfers.

GEMIDDELDE WOONLASTEN IN VERGELIJKING MET NEDERLAND
Omschrijving                             2016   2017   2018   2019
Eén persoons huishoudens   123,6%   122,3%   119,6%   117,7%
Meer persoons huishoudens   115,1%   114,1%   111,8%   109,3%

In de begroting 2019 hebben we gemeld dat we dit overzicht verstrekken zodra de Coelo-gegevens beschikbaar zijn. Daarom geven we nu zowel beleidsmatig als budgettair aan dat er geen afwijkingen zijn.
De gemiddelde woonlasten dalen ieder jaar maar bevinden zich echter nog steeds boven het landelijk gemiddelde. Vanuit dat gezichtspunt hebben we zowel beleidsmatig als budgettair een negatieve afwijking.

9.3 Risico’s

Realisatie

Budget

9.3.1 Inventariseren en kwantificeren risico’s

9.3.2 Beheersmaatregelen

9.3.3 Weerstandsvermogen

ga terug